Geplaatst op:
Logistieke begrippen en afkortingen deel III
De zeevrachtprijs die berekend wordt voor transport over zee is afhankelijk van een aantal factoren, waaronder basistoeslagen. Dit zijn de meest voorkomende.
Bunker Adjustment Factor (BAF) Wanneer de brandstofprijzen onderhevig zijn aan grote prijsschommelingen, wordt door de rederij soms een bunkertoeslag (BAF) belast om dit te dekken.
Currency Adjustment Factor (CAF) Wanneer er betaald wordt in een vreemde valuta en deze onderhevig is aan koersschommelingen, wordt er door veel rederijen een toeslag in rekening gebracht om die wisselkoersrisico’s te compenseren.
Terminal Handling Charges (THC) Een toeslag die wordt gerekend voor de afhandeling van containers op de terminal (op of van een vrachtwagen en het stapelen en transporteren naar of van de kraan). Ook wel bekend als Container Service Charges (CSC). De toeslag is zowel van toepassing op het laden als het lossen van containers.
EU Emissions Trading System (ETS) Vanaf 1 januari 2024 wordt in de EU een CO2-heffing voor zeevracht ingevoerd om bij te dragen aan de doelstellingen op het gebied van klimaatverandering. Rederijen brengen hiervoor een ETS-toeslag in rekening.
Low Sulphur Fee (LSF) Deze toeslag is gekoppeld aan de steeds strengere milieunormen voor de uitstoot van zwaveloxide. De extra kosten voor brandstof met een lager zwavelgehalte wordt door rederijen doorberekend aan de klant.
International Ship and Port Facility Security (ISPS) Dit is een toeslag die in rekening wordt gebracht voor het beveiligen van schepen en havens.
Bovenstaande toeslagen kunnen per rederij variëren op basis van verschillende factoren.